Straatvinken bevestigt: modal shift is 'geluks-shift'

dinsdag 12 december 2023

Er is een sterk verband tussen het geluksgevoel van bewoners en het aandeel duurzaam verkeer in hun straat. Dat bevestigen de resultaten van de zesde editie van Straatvinken en de leefbaarheidsbevraging straat-O-sfeer. De boodschap voor de politiek is duidelijk: investeer in duurzaam verkeer en oogst positief ingestelde bewoners. De teldata van mei 2023 wijzen voorts op een voorzichtig positieve verschuiving naar duurzamer verkeer in de vervoerregio Antwerpen. Een eerste telling van elektrische steps en bakfietsen toont ten slotte aan dat die veel meer zijn dan een stadsfenomeen.

Voor de zesde editie van Straatvinken op 25 mei 2023 telden opnieuw vele burgers een uur lang het verkeer. In niet minder dan 2.101 straatsegmenten (stukken straat, bv. tussen twee kruispunten of zijstraten) in 237 Vlaamse steden en gemeenten vinkten ze alle passerende voetgangers, fietsers, steps, auto’s, vrachtwagens enz. Dat leverde op de telformulieren meer dan 700.000 streepjes op.  Aan de verkeerstelling is ook de bevraging straat-O-sfeer gekoppeld, het bredere onderzoek naar de leefbaarheid van de straten. In mei 2023 deelden bijna 1.100 bewoners verhalen over de leefbaarheid van hun straat.

Modal shift is graadmeter voor geluksgevoel

De jongste editie bevestigt wat ook bij de eerdere leefbaarheidsbevragingen al naar voren kwam: het geluksgevoel van bewoners houdt sterk verband met het aandeel duurzaam verkeer in onze straten. Bestaat het aantal verplaatsingen in de straat bijvoorbeeld voor 60 tot 80% uit gemotoriseerd verkeer, dan is slechts een derde van de verhalen die onze burgerwetenschappers deelden positief. In straten met minder dan 40% gemotoriseerd verkeer springt het aandeel positieve verhalen boven 60%.

De cijfers en verhalen tonen beleidsmakers dus dat het loont om te investeren in de modal shift, ondanks de initiële weerstand die sommige ingrepen misschien oproepen. Straten met meer duurzaam verkeer en een lagere verkeersintensiteit zorgen immers voor meer tevreden bewoners. ‘Het modalsplitcijfer is met andere woorden een gelukscijfer’, concludeert prof. Huib Huyse (HIVA - KU Leuven).

Grafiek geluksgevoel.
Elektrische steps en bakfietsen ook buiten de steden

Voor de eerste keer vroeg Straatvinken ook bakfietsen en elektrische steps apart te tellen. Die twee opkomende vervoersmiddelen bungelen weliswaar nog onderaan in de lijst, met respectievelijk 5.096 en 4.617 waarnemingen, maar ze zijn niet meer weg te denken uit het straatbeeld. In de helft van de telpunten is er minstens één elektrische step of één bakfiets opgemerkt. Ze rijden weliswaar meer in de steden, maar ook op het platteland zijn ze geen onbekend fenomeen meer.

Voorzichtige modal shift in Vervoerregio Antwerpen

In het Toekomstverbond van 2017 hebben de Antwerpse burgerbewegingen en de overheden afgesproken dat de verhouding van de vervoersmodi (modal split) tegen 2030 moet evolueren van 70% naar maximaal 50% gemotoriseerd verkeer. 

Zes jaar na de start van het Toekomstverbond wijzen de Straatvinken-cijfers voor 332 straten (waar zowel in 2019 als in 2023 geteld werd) op een daling met 6 procentpunten van het aandeel gemotoriseerd verkeer. Dat is bijna in de lijn van wat nodig is om tegen 2030 de doelstellingen te behalen, maar de cijfers dienen zich de volgende jaren te bevestigen. 

Ook de verkeersdrukte als gevolg van gemotoriseerd verkeer daalde in die 332 straten in de periode 2019-2023 met 9%. De Straatvinken-cijfers zeggen echter niets over de autosnelwegen in de regio, waar in 2023 voor de totale filelengte een nieuw record werd opgetekend.

De grootste shift naar duurzame verplaatsingen vindt plaats in de woonstraten van de Antwerpse districten buiten de Ring, zoals Deurne, Wilrijk en Ekeren. Mogelijke verklaringen zijn de toenemende populariteit van de elektrische fiets en de investeringen in fietssnelwegen. Ook de stijgende brandstofprijzen en de filerecords op de autosnelwegen kunnen burgers ertoe aanzetten vaker de fiets te nemen.

‘Het is nu afwachten of die trend de volgende jaren doorzet’, zegt prof. Thomas Vanoutrive. ‘Om de doelstellingen voor 2030 te halen zullen alle bevoegde overheden inspanningen en investeringen moeten blijven leveren.’