Dokter Dirk Avonts: 'Overkappen betekent driemaal gezondheidswinst’

woensdag 10 mei 2023

Groen in de stad heeft meer impact op de volksgezondheid dan tot nu toe gedacht. Tot die vaststelling kwam dokter Dirk Avonts samen met twee collega’s op basis van internationaal wetenschappelijk onderzoek. Zopas verscheen hun boek ‘Natuur op doktersvoorschrift’. Voor de emeritus hoogleraar huisartsgeneeskunde en woordvoerder van Ademloos betekent de overkapping van de Ring driemaal winst: de luchtvervuiling wordt afgevoerd, het geluid is weg én een goeie groenstructuur verdubbelt de gezondheidswinst nog. ‘Dat extra groen in de stad is dus een investering in de gezondheid van de komende generaties.’

Ik heb altijd veel interesse gehad in natuur en milieu. Ik was actief bij de voorlopers van Natuurpunt zoals de Wielewaal, Werkgroep Hobokense Polder, Blokkersdijk en Natuur 2000 – allemaal lokale pioniers in de milieubeweging. In die tijd was het belangrijkste thema de vervuiling, vooral van de rivieren. In de jaren 70 stonk de Schelde naar industrie, er waren geen vissen meer. Toen in de loop der jaren de rivieren schoner werden, werd de lucht vuiler door de groei van de economie en het autoverkeer. Toen is ook het probleem van de geluidsvervuiling erbij gekomen. Als arts groeide ook mijn interesse om dat medisch te bekijken.

 

Veel meer dan een mooi decor

Zo’n 15 geleden ben ik betrokken geraakt bij de burgerbeweging Ademloos, toen Wim van Hees me belde met de vraag om mee onderzoek te doen naar de gezondheidseffecten van de luchtvervuiling van de Ring. Ik kende Wim niet en hij kende mij niet, hij belde gewoon professoren op aan de universiteit met de vraag om iets te doen rond luchtkwaliteit. Dat was nog voor het referendum over de Lange Wapper. Sindsdien heb ik veel studiewerk verricht over het gezondheidseffect van een autoweg midden in de stad. In 2018 schreef ik samen met Wim van Hees het boek Grote vragen over fijnstof. Sinds 2022 vertegenwoordig ik Ademloos in de overlegkanalen van het Toekomstverbond.

Dat de vermindering van fijnstof en luchtvervuiling door een overkapping bijdraagt aan een betere volksgezondheid spreekt voor zich. We weten inmiddels ook dat het gezondheidseffect van minder lawaai zo mogelijk nog groter is. En nieuw onderzoek toont aan dat de winst van de vermeden geluidshinder nog eens verdubbeld wordt door van die overkapping een groene omgeving te maken. De overkapping zorgt dus driemaal voor gezondheidswinst: de luchtvervuiling wordt afgevoerd, het geluid is weg, en een goeie groenstructuur verdubbelt de gezondheidswinst nog. Dat extra groen in de stad is dus veel meer dan een mooi decor. Het is een investering in de gezondheid van de komende generaties.

Meer wandelen

In een groen gebied waar veel mensen wonen, daalt het aantal nieuwe gevallen van diabetes met een derde. Dat is erg veel. Dat effect is in de hele wereld aangetoond. Doordat mensen meer gaan wandelen, daalt ook het aantal hartaanvallen en beroertes. Wanneer je mensen de juiste omgeving aanbiedt, gaan ze vanzelf meer wandelen en fietsen. Je moet daar zelfs geen promotie voor voeren, geen stappentellers uitdelen, geen preventiecampagnes voeren. Je moet gewoon een groene omgeving aanbieden en de rest gebeurt vanzelf. 

Tijdens het schrijven van ons boek stelden we vast dat die effecten veel groter zijn dan we aanvankelijk dachten. Je zou een nieuwe kosten-batenanalyse van de overkapping moeten maken over 50 tot 100 jaar, twee of drie generaties ver. Als je dan naast de economische kosten en baten ook de gezondheidseffecten meeneemt, krijg je een veel correcter beeld van het effect van je investeringen.

Kiezen voor biodiversiteit

Dat nieuwe groen moet oordeelkundig worden aangelegd. Hoe meer biodiversiteit, hoe beter. Het beste is om de natuur haar gang te laten gaan, de dingen te laten groeien zoals ze groeien, en daarbij voor genoeg variatie te zorgen. Hoe meer natte en droge gebieden, hoogtes en laagtes, spontane begroeiing, natuurlijke chaos en rottende bomen, hoe beter voor de gezondheid van mens en dier. Dat weten we, dat is een feit. Anderzijds moet je er ook voor zorgen dat mensen dat gebied aantrekkelijk genoeg vinden om er gebruik van te maken. Als niemand daar gaat wandelen, vermindert immers ook het gezondheidseffect. Bovendien moet je ook ruimte maken voor functioneel groen zoals sportvelden, moestuinen, zwemvijvers, wandelpaden enzovoort.

De overkapping van de Craeybeckxtunnel, bouwjaar 1981, is een goed voorbeeld van hoe het kan. Je hebt er een parkgebied dat deel is van het Middelheimmuseum, er zijn voetbalvelden, maar daarnaast liggen ook een aantal wandelpaden door wat verwilderde natuur, in een gebied dat hooguit twee keer per jaar gemaaid wordt. Men laat de natuur daar een beetje zijn gang gaan. Dat is erg biodivers, verschillend van het parkgebied. Het zou interessant zijn die verschillen eens te onderzoeken. Daar kunnen we lessen uit trekken voor de aanleg van de overkapping. De basisideeën voor de overkapping van de noordelijke Ring zien er vandaag zeker goed uit: veel groen, verbinding tussen de wijken, aaneengesloten gebieden met ook corridors voor dieren, fiets- en wandelpaden enzovoort. Maar de concrete invulling moet nog gebeuren. Hoe meer biodiversiteit, hoe groter de gezondheidseffecten.

Grote bomen

In een eerdere blog verwees kinderarts Daan Van Brusselen al naar de '3-30-300’-gezondheidsregel: je moet thuis vanuit je raam 3 bomen kunnen zien, elke straat moet voor 30 procent een bladerdak hebben, en je moet binnen 300 meter van een groene ruimte van minstens 1 hectare wonen. Ook als je in de stad woont, zou je als je buiten komt een bosgevoel moeten hebben. Daartoe hebben we in Antwerpen véél in te halen, en net daar kan de overkapping van de Ring heel belangrijk in zijn. Zeker wijken zoals de Luchtbal, de Seefhoek of het Kiel hebben dat nodig. Die idee sluit ook aan bij het Pleinenplan van stRaten-generaal.

Op de overkapping zelf kan je overigens geen grote bomen laten groeien, alleen maar struikbomen. Terwijl we weten dat in een stedelijk gebied voor de gezondheid vooral grote bomen nodig zijn. Ik denk dat we die grote bomen best plannen op de stukken volle grond aan de rand van de overkapping. Om dat groen vervolgens met de stad te verbinden, zijn er ook groene nerven nodig: lanen en groenzones in de woonwijken. Daar moet ook plaats zijn voor grote bomen die mogen doorgroeien tot ze 100, 150, 200 jaar oud zijn. We moeten daar ruimte voor creëren, en dat kan. Ik was onlangs in Mexico-Stad – daar wonen 23 miljoen mensen. Ik logeerde er in Coyoacán, een grote wijk waar meer mensen wonen dan in Antwerpen. In die wijk stonden overal 100-jarige en 200-jarige bomen, vaak midden op de straat. Bomen kregen voorrang op het verkeer. Ze werden niet gekapt, de weg werd eromheen gelegd. Wonderlijk om te zien. Dat geeft de stad een heel ander uitzicht.

Bij ons staan grotere bomen meestal op het voetpad. Daaronder lopen allerlei leidingen voor gas en elektriciteit, glasvezel en riolering, binnenkort een warmtenet, enzovoort. Al die leidingen zijn niet bevorderlijk om bomen te laten groeien. Tegen dat die 20 of 30 jaar oud zijn, beginnen die leidingen in de weg te zitten enzovoort. In Antwerpen heb je enkel in de Zoo nog bomen van 100 of 200 jaar. Die hebben wél de kans gekregen om te groeien. Andere bomen die in dezelfde periode in de stad geplant zijn, zijn er niet meer. 

Hoekhuizen

De vraag is dus waar je in de stad ‘toekomstbomen’ kan planten die 100 of 200 jaar mogen groeien. Ik denk dat daar in elke straat mogelijkheden voor zijn. Neem bijvoorbeeld een kruispunt van twee straten, met vier hoeken dus. Die hoekhuizen zijn altijd een probleem, al was het maar omdat ze nooit een tuin hebben. Beeld je even in dat we die hoekhuizen niet meer bouwen, maar daar in de plaats grote bomen planten. Die staan dan niet in de weg van de leidingen en de auto’s, maar geven wel een mooie uitstraling aan dat hele huizenblok. Zo kan je in elke straat meerdere grote bomen laten groeien, wat de stad meteen veel groener en gezonder zou maken. Ik besef uiteraard dat we stedenbouwkundig moeten inbreiden, maar dat wil niet zeggen dat we alles moeten volbouwen. Inbreiding kan ook betekenen kleiner gaan wonen, van één huis bijvoorbeeld drie appartementen maken. Als er meer bomen in de straten en op pleinen staan, heb je minder nood aan een privétuintje. Kleiner wonen en meer groen gaan dus prima samen.

Cyclo Pista

In Mexico-Stad organiseren ze ook elk zondag een Cyclo Pista, vergelijkbaar met onze autoloze zondagen. Iedereen is daar dan aan het wandelen, joggen, fietsen of skeeleren, er mogen dan geen auto’s rijden. Daar komen altijd veel mensen op af, dat geeft een heel speciale sfeer. Anders dan bij ons is er tijdens Cyclo Pista ook veel commercie, met veel straatverkopers. Aan fietsers verkoop je immers makkelijker dan aan auto’s aan de verkeerslichten waar ze meestal hun waren slijten. Mensen in armoede kunnen die fietsdag een extra centje bijverdienen, wat meteen het maatschappelijk draagvlak voor minder autoverkeer verhoogt. Wij zouden veeleer reglementen maken dat je niks mag verkopen, zij doen net het omgekeerde. Daar kunnen we van leren. We zouden bijvoorbeeld verenigingen kunnen uitnodigen om dingen te verkopen, of autoloze zondagen combineren met rommelmarkten, zonder al te veel gedoe met vergunningen enzo, gewoon extra leven in de stad. Dan gaat het niet alleen over ‘neen aan de auto’ maar krijg je een positief verhaal over aangenaam leven in de stad.

Processie van Echternach

Vandaag lijkt de overkapping van de Ring soms een processie van Echternach. Ik denk wel dat bij alle deelnemers aan dat proces de wil bestaat om zo ver mogelijk te gaan. Maar zo ver mogelijk is voor de burgerbeweging natuurlijk iets heel anders dan voor degenen die aan de knoppen zitten. In die zin blijft dat toch een aanhoudende strijd. 

Zo hoor ik bij de plannen voor de overkapping van de noordelijke Ring voortdurend termen zoals halve overkappingen, overkragingen, stadsserres,… Wat betekent dat concreet? Op tekeningen ziet dat er allemaal goed uit, maar ik wil dat wel eens in het echt zien. 

Er zouden hoe dan ook zo weinig mogelijk gaten in de Ring mogen zijn. Ik neem opnieuw het voorbeeld van de Craeybeckxtunnel. Daar is de autoweg volledig overkapt, met als resultaat dat je nauwelijks merkt dat de Ring onder je voeten door raast. Anderzijds hoor je wel het lawaai van de Ring verderop. Dat gezoem hoor je tot heel ver. Ik hoor dat tot in Edegem, waar ik woon. Of ga maar eens wandelen in het Rivierenhof, daar zit je permanent in dat lawaai! We zouden het model van de Craeybeckxtunnel bij wijze van spreken moeten doortrekken naar de volledige Ring. Dat is een goed voorbeeld van hoe het kan.

En waar dan toch gaten in de overkapping moeten komen, moet de snelheid aangepast worden tot maximaal 70 kilometer per uur. Dan heb je veel minder fijnstof, veel minder luchtvervuiling en vooral veel minder geluidsoverlast. Vooral dat laatste merk je meteen. Stilte verhoogt de levenskwaliteit voor iedereen. Eigenlijk went je lichaam nooit aan dat achtergrondgeluid. Rationeel misschien wel, maar je autonoom zenuwstelsel went daar níét aan. Het moet echt stil zijn, zeker ’s nachts. In Antwerpen zou het logisch zijn dat je op de Ring maar 70 kilometer per uur mag rijden, en waar er gaten zijn maximaal 50 km per uur.  Als chauffeur verlies je daarmee geen tijd, terwijl het voor de bewoners een gigantisch verschil is in beleving. 

Ook de Spaghettiknoop is een goed voorbeeld van de processie van Echternach. De autowegen op het Zuid worden helemaal heraangelegd, dat is een goed ontwerp. Tot vandaag is daar echter nog niet voorzien in een overkapping. Sommigen gebruiken dan als argument dat daar toch geen mensen wonen. Nochtans is dat een ideale plek voor meer groen en biodiversiteit in de stad, een grote recreatieruimte waar mensen kunnen gaan wandelen, zonder permanent achtergrondgeluid op het Kiel en Nieuw Zuid. Dat is zo belangrijk! Die kans wil je toch alleen maar met beide handen grijpen?

  • Dirk Avonts, Hans Keune, Roy Remmen: Natuur op doktersvoorschrift - Hoe buiten zijn ons gezond houdt, Uitgeverij Lannoo, 256 p.
  • Dirk Avonts is emeritus hoogleraar huisartsgeneeskunde aan de UAntwerpen en woordvoerder van de burgerbeweging Ademloos. Zijn verhaal werd opgetekend door Ringland-vrijwilliger Stefaan Vermeulen.
  • Op de blog van Ringland vertellen vrijwilligers en experts over wat er leeft voor en achter de schermen van de burgerbeweging. Ben jij ook geïnteresseerd om mee te draaien? Mail naar info@ringland.be.