Peter over het jaar van de hink-stap-sprong

donderdag 24 juni 2021

We zitten allemaal te wachten op de grote sprong voorwaarts naar de volledige overkapping. De weg daarheen bestaat tot nog toe veeleer uit hink-stap-sprongetjes. Desondanks blijft Peter Vermeulen optimistisch. ‘Ik heb alle vertrouwen in het collectieve engagement van alle betrokkenen rond de tafel om samen te zoeken naar de beste oplossing.’ In deze laatste blog voor de zomervakantie blikt hij terug op de stappen die de voorbije maanden gezet zijn in het kader van het Toekomstverbond.

André Loeckx, die deel uitmaakt van de kwaliteitskamer ‘Over de Ring’, hanteerde er voor de overkapping onlangs het beeld van de ‘hink-stap-sprong’. André is professor emeritus architectuur en stedenbouw aan de KU Leuven, met een internationale reputatie. Op het eerste colloquium van Ringland in 2014 nodigden we hem al uit als gastspreker en vijf jaar later noemde hij zichzelf in Het Ringland Boek ‘een geradicaliseerde Ringlander’. Vorige maand ontving hij de Ultima-cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap in de categorie Architectuur.

Het beeld van de hink-stap-sprong is erg van toepassing op heel Ringland. Met het Toekomstverbond in 2017 werd het conflict tussen overheid en burgerbewegingen achterwege gelaten. Daarmee was de eerste grote hink of horde genomen. Met het startbudget van 1,25 miljard euro en de selectie en uitwerking van de eerste reeks leefbaarheidsprojecten in het kader van de Ringparken, zijn er sindsdien al erg belangrijke vervolgstappen gezet. Maar ondertussen zitten we wel te wachten op de grote sprong voorwaarts, de volledige overkapping van de hele Antwerpse Ring. Datzelfde beeld kunnen we ook toepassen op de soms moeizame voortgang van verschillende onderdelen van het Toekomstverbond.

Twee sprongen voorwaarts

Dit voorjaar hebben we twee grote sprongen voorwaarts gedaan. Sprong één is de start van de werkbank Financiering, gekoppeld aan twee jaar studiewerk door de Universiteit Antwerpen. Het doel van die werkbank is de kosten en opbrengsten van alle deelprojecten van het Toekomstverbond in kaart brengen, om op die basis het geheel  beter te kunnen plannen. Sprong twee is de start van de studie voor de volledige overkapping van de noordelijke Ring, in de hoop om die overkapping meteen te integreren in de realisatie van de Oosterweelverbinding en de aansluiting ervan op de noordelijke Ring. We willen die overkapping immers niet ‘op de lange baan’ schuiven.

In geen van beide dossiers zijn de oplossingen al verworven, maar we hebben nu wel het perspectief dat de juiste thema’s op de agenda staan. Het is een publiek geheim dat die twee grote sprongen voorwaarts gemaakt zijn nadat wij als burgerbeweging aan die kar getrokken, gesleurd en geduwd hebben. Dat geldt ook voor de grote sprongen voorwaarts in de vorige periode, toen de plannen voor de Oosterweelverbinding zelf aangepast zijn, meer bepaald voor de grote knooppunten Noordkasteel, Groenendaallaan en Schijnpoort, of daarna ook bij de uitwerking van knoop Zuid. Ook daar ontbreekt nog een stuk overkapping, maar wat nu op tafel ligt is alleszins al veel beter dan wat er oorspronkelijk gepland was.

Frictie bij de Groene Vesten

In heel wat andere dossiers zijn er ook wel stappen gezet, maar ook daar blijft het uitkijken naar de sprong voorwaarts. Zo evolueert het Routeplan 2030 in de goede richting. De voor volgend jaar geplande herstructurering van het openbaar vervoer, nog opgestart door de vorige regering, vertrekt alvast van een logica die daarin past. Maar het feit dat die eerste stap budgetneutraal moest zijn, remt de vernieuwing ten gronde natuurlijk af. Daar komt nog bij dat ook nu de noodzakelijke investeringen die nodig zijn om een betekenisvolle modal shift te realiseren te lang uitblijven.

In het dossier Groene Vesten – een van de leefbaarheidsprojecten onder leiding van de intendant – zijn mooie ontwerpen gemaakt voor het Ringpark. Maar over de uitwerking, de fasering en de prioriteiten is er toch veel frictie. Dat hangt samen met de plannen voor het gescheiden verkeerssysteem in de ondergrond van de zuidelijke Ring. Daar zijn we al twee jaar mee bezig, maar dat vordert allemaal veel trager dan voorzien of verhoopt. Recente cijfers hebben overigens nog eens bevestigd wat we al lang weten: dit stuk van de Ring is het gevaarlijkste stuk weg in België, wegens de vele op- en afritten en de bijbehorende weefbewegingen. Net daar willen we oplossingen voor met het oog op de volledige overkapping.

Vierde koker

Voorlopig tekenen de ontwerpers van het Ringpark hun plannen tot aan de rand van de Ring, los van hoe de ondergrond eruit zal zien of wat er later op de overkapping zal komen. Zo krijg je nooit een globaal beeld. Ook daar blijven we trekken en duwen om stappen vooruit te geraken. 

Een inmiddels bekend voorbeeld daarvan is ons voorstel om onder het Ringpark Groene Vesten nu al de zogenaamde ‘vierde koker’ voor autoverkeer aan te leggen. Die moet er op termijn toch komen. Wat ons betreft is het dan veel efficiënter om dat nu al meteen te doen. Maar bij gebrek aan concrete plannen of budgetten voor die gescheiden verkeerstunnels kan de intendant daar geen rekening mee houden. Het Stappenoverleg (met politici en Lantis) en ook de Stuurgroep Over de Ring beslisten, op basis van onze amendementen, nu toch om bij de uitwerking van de Groene Vesten al meer rekening te houden met een doorkijk naar dat grotere plaatje – toch weer een stap voorwaarts. Om de echte sprong te maken, moeten wel eerst de plannen voor de zuidelijke Ring concreet worden, en moeten er budgetten worden vastgelegd.

De 'vierde koker' wordt het best gebouwd vóór de aanleg van het Ringpark Groene Vesten.
Te ongeduldig?

Meer algemeen hadden we op basis van de vooruitgang van de voorbije jaren, maar ook omwille van de ambities die nog op tafel liggen, rond de jaarwisseling bij de overheid aangedrongen op een actualisering van het Toekomstverbond, vier jaar na de ondertekening. Ook die sprong voorwaarts hebben we niet gehaald. Zijn we te ongeduldig? Laten we zeggen dat we onze ambitie niet loslaten en mikken op de vijfde verjaardag, in maart 2022. Misschien hebben wij, en ook de regering, dan meer zicht op de resultaten van de werkbank Financiering, de overkapping van de noordelijke Ring en de planning voor de zuidelijke Ring, en is de tijd dan wél rijp voor een grote Vlaamse sprong voorwaarts in de realisatie van het hele Toekomstverbond.

Gigantisch project

Om dat toch weer even in perspectief te plaatsen: het Toekomstverbond in 2017 was de eerste grote horde in de kentering van het Oosterweel-dossier. Dat maakte veel energie en enthousiasme los en riep hoge verwachtingen op. Maar vergeet niet: die voorgeschiedenis duurde ongeveer 20 jaar, de realisatie van de overkapping van de Ring zal ook zo lang duren. Het gaat dan ook om een gigantisch project. Het Toekomstverbond gaat alles samen over ongeveer 80 grote en heel grote infrastructuur- en vervoersprojecten, waarvan voor meer dan de helft nog niet in financiering voorzien is. Niemand heeft het volledige overzicht over wat er allemaal aan de gang is, er zijn honderden stakeholders en duizenden medewerkers bij betrokken, terwijl er over veel onderdelen nog grote onzekerheid heerst. Ook in de beleving van dit megaproject geldt daarom vaak de hink-stap-sprong. Sommige dingen gaan vooruit, andere niet. Sommige deelnemers of toeschouwers kijken naar het volledige plaatje, andere naar hun eigen insteek, sommigen zijn eerder sceptisch, andere blijven optimistisch.

Ik begrijp uiteraard dat heel veel mensen uitkijken naar de oplevering van de eerste grote stukken overkapping. In de collectieve beleving zal dat zeker een belangrijke stap vooruit betekenen. Maar als bijvoorbeeld de overkappingen aan het Sportpaleis in Merksem of het station Luchtbal klaar zijn, zal iedereen toch vooral hoopvol uitkijken naar het vervolg. En zover zijn we dus nog niet. Maar wanneer hopelijk begin volgend jaar de beslissing valt om de noordelijke Ring wel degelijk volledig te overkappen, zal ik dat toch echt als dé grote sprong voorwaarts ervaren. Want op dat moment weten we zeker dat die overkapping er komt, ook al duurt de realisatie ervan nog enkele jaren. Ook mensen rond de zuidelijke Ring kunnen er dan van op aan, dat ook die fase daarna zal volgen. 

Vanzelfsprekende conclusie

En zoals de kaarten nu liggen, ben ik optimistisch dat de beslissing om de noordelijke Ring te overkappen wel degelijk genomen zal worden. Voor iedereen die je daarover aanspreekt, lijkt het volkomen logisch dat het veel efficiënter, goedkoper, doelmatiger én sneller is om dat meteen te doen, en niet pas een decennium later. Alleen al voor de directe winst aan gezondheid en leefbaarheid lijkt die conclusie me bijna vanzelfsprekend.

Dat het politiek stuurcomité besliste om dat onderzoek over de noordelijke Ring te laten uitvoeren, en dat Lantis zich uitdrukkelijk engageert om dat grondig te doen, is structureel erg belangrijk. De uitdaging is om alle nog niet-opgeloste knelpunten over tunnelveiligheid, weefbewegingen en luchtkwaliteit opnieuw te bekijken en daar oplossingen voor te zoeken. Ik ga ervan uit dat dat opnieuw tot enige hink-stap-sprongen zal leiden, waarbij weer verschillende hordes genomen moeten worden. Maar mijn overtuiging is opnieuw dat de kwaliteit van wat uiteindelijk gebouwd zal worden, beter zal zijn dan wat nu op tafel ligt

Grote flexibiliteit

Luc Hellemans, de CEO van Lantis, denkt dat ook. Het voorbeeld dat hij vaak geeft, is dat de technieken voor luchtfiltering over tien jaar sowieso beter zullen zijn dan vandaag. Die technieken zullen hun invloed hebben op de grootte en de spreiding van de gaten in de overkapping. Maar je moet vandaag wel beslissen om te starten, zonder al effectief te weten wat je over tien jaar gaat uitvoeren. Dat vergt een grote flexibiliteit.

Een ander voorbeeld is het gevaarlijk transport, wat ook bepalend is voor de gaten in de overkapping – die moeten mee de luchtdrukverplaatsingen opvangen bij een eventuele explosie. De beste oplossing zou zijn om op de Ring geen gevaarlijk transport meer toe te laten en daarvoor prioriteit te geven aan vervoer per trein of per schip. Over de weg zou gevaarlijk transport dan in eerste instantie via het Haventracé moeten gebeuren, en over de Ring bijvoorbeeld enkel per uitzondering onder begeleiding ’s nachts. 

We willen ook de rijstrookschema’s opnieuw bekijken, om het aantal weefbewegingen nog verder te kunnen beperken, wat essentieel is voor de verkeersveiligheid. Ook de overgang van het gescheiden verkeer op de noordelijke Ring naar het gemengd verkeer op de zuidelijke Ring moet uitgeklaard worden. Dat soort ideeën ligt nu opnieuw ter discussie, en steeds weer zitten wij als burgerbewegingen samen met onze specialisten mee rond de tafel. 

Collectief engagement

Ik heb overigens alle vertrouwen in het collectieve engagement van alle betrokkenen rond de tafel om samen te zoeken naar de beste oplossing. Dat is geen naïef of loos vertrouwen, maar gestoeld op de ervaring van de voorbije jaren. In tal van dossiers hebben we telkens weer vooruitgang geboekt, hoe moeizaam soms ook. Bij Lantis heerst er inmiddels ook een sterke mentaliteit om telkens mee te blijven nadenken, flexibel en met ruimte voor permanente bijsturing. 

Dat er gaandeweg moeilijke dossiers op tafel komen, zal de komende jaren zo blijven. Denk maar aan de fietsbrug over de Schelde en de discussie met de loodsen, of vooral aan de PFOS-vervuiling die alle debatten de voorbije weken overstemde. Dat is een zeer moeilijk dossier, en ook daarin proberen we een lijn te vinden. Daarbij kwamen we tot de conclusie dat verder werken de beste optie is. De vervuiling is immers veel beter onder controle binnen de werf dan erbuiten. De verdere overkapping van de Ring geeft ook de beste garantie voor die andere gezondheidsproblemen, zoals fijnstof en geluidsoverlast. Ook dat dossier blijven we samen met Ademloos en stRaten-generaal van zeer dichtbij opvolgen.

Geld voor Antwerpen

Een andere horde die op Vlaams niveau telkens weer genomen moet worden, is het ongenoegen dat er zoveel geld naar Antwerpen gaat. Bij de overkapping van de noordelijke Ring stellen wij daarbij vooral de vraag wat de kostprijs is om die níét meteen te overkappen. Als je dat pas tien jaar later doet, heb je opnieuw kosten aan werforganisatie, omleidingen, structurele verkeershinder, enzovoort, wat alles duurder maakt. Bovendien stel je de baten uit op vlak van buurtontwikkeling, groen en leefbaarheid, geluidsoverlast en luchtkwaliteit, gezondheid, enzovoort. Investeringen uitstellen is maatschappelijk daarom vaak onverantwoord. Overigens had Lantis inmiddels de omgekeerde ervaring op Linkeroever. Door het verminderde verkeer tijdens corona konden ze daar sneller werken dan gepland, en was ook de kwaliteit van uitvoering beter: een wegdek in één keer aanleggen gaat nu eenmaal vlotter dan het in drie fasen te moeten opsplitsen. 

Als burgerbewegingen geven wij vaak voorzetten, lanceren we ideeën, creëren we openingen, we doen wat we kunnen. We zijn al langer vragende partij voor een betere coördinatie van de werkzaamheden die onder het Toekomstverbond vallen. Maar ook daar moeten we nog een tandje bijsteken en is de grote sprong voorwaarts nog niet gemaakt. Maar hoe ook dan werken we al hinkend en stappend aan de grote sprong voorwaarts. En zoals Winston Churchill zei: The pessimist sees difficulty in every opportunity, the optimist sees opportunity in every difficulty. Dat houdt ons en al onze Ringland-vrijwilligers gaande.

Op onze blog laten we Ringlanders aan het woord over wat er voor en achter de schermen gebeurt met het oog op de overkapping van de Antwerpse Ring. Het verhaal van Peter Vermeulen werd opgetekend door Stefaan Vermeulen.