Thomas, Andreas, Maxime en Natan over hun pleinenplan voor de Groen(er)enhoek

dinsdag 10 juni 2025

Thomas, Andreas, Maxime en Natan, vier studenten van de masteropleiding Stedenbouw en Ruimtelijke Planning van de Universiteit Antwerpen, hebben het afgelopen academiejaar in samenwerking met Ringland een zogenaamd pleinenplan uitgetekend voor de Groenenhoek. Die wijk in Berchem, die ooit ontstaan is als tuinwijk, heeft dringend nood aan ademruimte, stelden ze vast. Ze vertellen hoe ze een ‘Groenerenhoek’ willen realiseren en hopen dat hun ideeën ook andere wijken kunnen inspireren.

In het kader van het vak Community Service Learning (CSL) kregen wij de kans om samen met Ringland te werken aan een concreet project in de stad. Onze opdracht: denk na over hoe de principes van het Pleinenplan Antwerpen, dat eerder werd opgesteld door de Ringland Academie in opdracht van stRaten-generaal, toegepast kunnen worden op de wijk Groenenhoek in Berchem. Het was een zoektocht naar hoe publieke ruimte echt opnieuw van de buurt kan worden.

De Groenenhoek is een wijk met veel karakter. Ooit ontstaan als tuinwijk evolueerde de groene hoek helaas naar een betonnen hoek waar de auto overheerst. Verharding, sluipverkeer, inefficiënt gebruik van ruimte… het beeld dat naar voren kwam uit onze analyse was duidelijk: de wijk heeft dringend nood aan ademruimte. Tegelijk merkten we dat de betrokkenheid van bewoners er groot is. De wijk verdient een plan dat haar potentieel weer zichtbaar maakt.

Het pleinenplan hertekent de wijk volgens hoofdassen, kwadranten en buurtlussen.
Drie lagen

We gingen aan de slag met de structuur van het oorspronkelijke Pleinenplan: mobiliteit en leefbaarheid. Het project bestaat uit drie grote onderdelen: analyse, netwerken en ingrepen. In de analyse werden de bestaande groenstructuren, de betekenisvolle plekken en de stromen van mobiliteit in de wijk in beeld gebracht. Vanuit de analyse van die drie onderwerpen ontwikkelden we in de volgende stap onze netwerken. 

Het netwerk ontstaat door het samenvoegen van drie lagen. Een eerste laag, de groene onderlegger, vormt samen met het traag netwerk het ‘primaire netwerk’ en legt een focus op de trage weggebruikers en de beleving doorheen de wijk. 

Het secundair netwerk voorziet in een manier waarop het gemotoriseerde verkeer zijn weg kan vinden doorheen de wijk, zonder dat dat ten koste gaat van het primaire netwerk. Met andere woorden, het zorgt ervoor dat het trage netwerk uitgebouwd kan worden.

De netwerken krijgen in een laatste stap een ruimtelijke vertaling op strategisch gekozen plekken in de wijk. Die plekken werden geselecteerd op basis van hun rol binnen de netwerken en hun potentieel in het verbeteren van de leefbaarheid. We onderscheidden daarbij drie typologieën onder de noemers: lanen, verblijfsruimtes en kruispunten. Elke categorie vraagt om een specifieke benadering binnen een gemeenschappelijk streven naar vergroening, ontharding, verkeersveiligheid en meer ruimte voor de trage weggebruiker.

Verharding en inefficiënt gebruik van de ruimte kenmerken vandaag de ooit groene hoek.
Saffierstraat

Sommige plekken bleken echte kansen om het verschil te maken. Zo veranderen we in ons voorstel de Saffierstraat, vandaag een sluiproute, om tot een fietsstraat met een groene verblijfsruimte ernaast. De spoorberm, nu onder druk door plannen voor een verhoogde fietssnelweg, wilden we net behouden en versterken als buurtgroen. Daarmee sloten we aan bij de visie van burgerinitiatief BAF11.

Edelgesteentestraat en kruispunt Bilmeyerstraat

Ook op het kruispunt van de Edelgesteentestraat en het kruispunt aan de Bilmeyerstraat stelden we ingrepen voor die ruimte geven aan voetgangers, fietsers en ontmoeting, zonder de bereikbaarheid uit het oog te verliezen. Zo transformeren we verkeersruimte tot verblijfsruimte: een kleine, maar krachtige verschuiving in perspectief.

De Saffierstraat transformeert in het voorstel van de studenten van een verharde sluiproute naar een fietsstraat.
Aanzet tot gesprek

Onze voorstellen zijn geen eindontwerpen, maar een aanzet tot gesprek. Ze helpen om na te denken over wat een wijk nodig heeft en welke alternatieven er zijn voor de inrichting van publieke ruimte.

Wat we vooral geleerd hebben, is dat vergroening en verkeersveiligheid niet vanzelf komen. Ze vereisen duidelijke keuzes, vaak binnen beperkte ruimte en met uiteenlopende belangen. We hopen dat onze bijdrage ook in andere wijken kan dienen als inspiratie of vertrekpunt voor verdere studie en actie.

  • Dit verslag werd opgetekend door Thomas De Belder, Andreas Hendrix, Maxime Van Goethem en Natan Warson, studenten aan de masteropleiding Stedenbouw en Ruimtelijke Planning aan de UAntwerpen. Ze werden begeleid door de docenten Guy Vloebergh en Marleen Goethals en de Ringland-experts Maarten Vrebos en Steven De la Ruelle.  
  • Download hier de paper van de studenten.
  • Wens jij als leerling of student, leerkracht of docent ook te werken rond Ringland? Mail naar info@ringland.be.