Vraag

Is de Oosterweelverbinding wel nodig?

De Oosterweelverbinding is een van de maatregelen om het verkeer in de regio Antwerpen vlot te trekken. Maar gaat die niet net meer verkeer aantrekken? Het is immers al vaker gebleken: nieuwe weg­capaciteit heeft een aanzuigeffect. Meer beton betekent meer verkeer. 

Toch menen de burgerbewegingen dat de Oosterweelverbinding, met de nieuwe Scheldekruising die daar deel van uitmaakt, wenselijk is. Het Vlaamse snelwegennet kent immers een ‘systeemfout’, argumenteert Dirk Lauwers, mobiliteitsdeskundige en lid van de Ringland Academie. Het veelal internationale langeafstandsverkeer komt op de Antwerpse Ring in conflict met het lokalere verkeer dat gebruikmaakt van de vele op- en afritten. Dat leidt tot files en ongevallen, vaak als gevolg van de vele weefbewegingen. Een deel van de oplossing is het doorgaande en stadsregionale verkeer scheiden in aparte tunnels. Dat zal gebeuren in het kader van de heraanleg van de Ring en de overkapping. Die kap is dan weer cruciaal met het oog op de gezondheid (fijnstof en geluidsoverlast wegwerken) en de leefbaarheid (veel meer groen).

Maar het moet voor het doorgaande auto- en vrachtverkeer, onder meer bij calamiteiten, ook mogelijk zijn een alternatieve route te kiezen, weg van de huidige Ring. Het wegennet heeft ‘robuustheid’ nodig, stelt professor Lauwers. En daarvoor is – naast de nieuwe A102 tussen Wommelgem en Ekeren – een extra Scheldekruising nodig. Het doel daarvan is ook de bottleneck aan de Kennedytunnel weg te werken, waarna die verbinding op termijn zelfs naar 2x2 rijstroken moet kunnen gaan.

Randvoorwaarden

Uiteraard moet ook aan randvoorwaarden voldaan worden om geen extra autoverkeer aan te trekken. De modal shift naar duurzamer verkeer is hoogst noodzakelijk. Met park-and-rides bv. kan overgestapt worden op openbaar vervoer of de (deel)fiets. 

De capaciteit van de heraangelegde Ring en de Oosterweeltunnel (evenals de toevoerwegen) moet bovendien ‘aanbodgestuurd’ zijn, niet langer ‘vraaggestuurd’. Dat betekent dat het aantal rijstroken strikt beperkt moet worden. 

Zowel de Oosterweelverbinding als dergelijke bijbehorende randvoorwaarden zijn pijlers van het Toekomstverbond.

Open wonde

De huidige Antwerpse Ring werd aangelegd in de jaren 60. Sindsdien zijn de wijken extra muros alleen maar uitgebreid. Daardoor loopt de autoweg niet meer rond de stad, maar dwars erdoorheen, als een grote open wonde. Om die wonde toe te kunnen leggen met een dak is het nodig dat de capaciteit op de Ring beperkt wordt – opnieuw: met minder rijstroken. Het noodzakelijke, doorgaande verkeer moet een andere route kunnen volgen, verder weg van de stad, niet meer door de Kennedytunnel maar door een nieuwe Scheldetunnel. Oosterweel kan dus de wonde helpen herstellen.  


Lees ook de opiniebijdrage van Dirk Lauwers in De Standaard.